Ik zie ze nog zitten. Twee mooie tienerzusjes van twaalf en veertien jaar. Mirjam en Gerdien. Ze zaten dicht naast elkaar tegenover mij in de spreekkamer. Alsof ze front moesten vormen. Anderhalf jaar geleden waren hun ouders gescheiden.
De moeder had zich in het eerste gesprek dat ik met haar had, laten zien als een gekrenkte vrouw. In de steek gelaten. “Eerst negen kinderen bij mij verwekt en er nu met een jong ding vandoor….”. Gaandeweg het gesprek werd duidelijk dat deze moeder het haar ex niet langer gunde om ‘vader’ te zijn voor zijn kinderen. ‘Iemand die zijn gezin zo in de steek laat, verdient de naam ‘vader’ niet’, zo stelde moeder.
En toen zat ik dus met Mirjam en Gerdien in gesprek. Ik vroeg hen naar hun huidige situatie, wat goed ging en wat minder goed. En ik vroeg hen naar de scheiding. In zo’n eerste verkenning vraag ik meestal ook naar het verloop van de zogenoemde ‘scheidingsmelding’. Ik doe dit omdat ik inmiddels weet dat dat moment vaak als heel ingrijpend is ervaren en het voor kinderen het moment markeert waarop er een ‘voor’ en ‘na’ ontstaat. Vragen die ik dan zoal stel zijn: Van wie hoorden jullie dat jullie ouders gingen scheiden? Wat was de eerste gedachte die in jullie opkwam? Welke verschillende gevoelens kwamen er naar boven? Wie was er om jullie te steunen of te troosten? Aan wie heb je het daarna als eerste verteld? Wie heeft er daarna aan jullie gevraagd hoe het met jullie ging?
Later in het gesprek vertelde ik dat ik ook graag met hun vader zou kennismaken. Dat stuitte op veel verzet. Ze wilden niets met hem te maken hebben, hij had ook niets meer over hun situatie te zeggen en hij zou toch allemaal leugens vertellen. Zonder afbreuk te doen aan de emoties en gedachten over hun vader probeerde ik voorzichtig bij de laag onder de boosheid te komen. De laag van verlangen. Ik weet dat kinderen een haast onuitroeibaar verlangen hebben naar een goed contact met hun eigen vader en moeder. Het zijn immers de mensen waar je uit voort komt! Als een kind zijn wortels ontkent, ontkent het een wezenlijk deel van zichzelf.
Op voorwaarde dat de zussen zelf ook bij het gesprek aanwezig mochten zijn, gingen zij later toch akkoord. Min of meer hardop denkend zei ik: ‘Moet ik alleen zijn telefoonnummer nog achterhalen…’ Hierop zei Gerdien: ‘O, hier heb ik het’, en ze gaf mij haar mobiel. Daar zag ik staan: ‘papa’, met daarachter zijn nummer. Het ontroerde mij. Dit mooie, verdrietige en boze meisje heeft nog steeds ‘papa’ in haar mobiel staan. Alle boosheid en grieven ten spijt.
Dat moment werd ik weer bevestigd in mijn overtuiging dat kinderen hoe dan ook loyaal zijn aan hun eigen ouders. Zichtbaar of onzichtbaar. Als deze loyaliteit geen weg kan vinden, ligt depressiviteit op de loer.
Daarom is mijn belangrijkste advies aan allen die betrokken zijn bij scheiding van partners: Span je in om kinderen te helpen de liefde voor hun eigen ouders te voelen en te uiten!
Maria Vermeulen is trainer bij Salouz – ieder kind veilig, een bureau voor training en opvoedingsbegeleiding. www.salouz.nl