Over veel onderwerpen moeten afspraken gemaakt worden door ex-partners. We bespreken de belangrijkste.
Het ouderschapsplan
Sinds 1 januari 2009 is het verplicht om een ouderschapsplan op te stellen. De rechterlijke macht in Nederland gaat ervan uit dat er pas gescheiden kan worden, wanneer ouders in onderling overleg de gevolgen van de scheiding voor de kinderen hebben geregeld. Dit is primair een taak van de ouders en niet van de overheid. In dit ouderschapsplan moet in elk geval afspraken zijn opgenomen over de volgende onderwerpen:
- De tijden waarop de kinderen bij hun vader respectievelijk hun moeder verblijven.
- De manier waarop de ouders elkaar informeren.
- De taakverdeling tussen de ouders: wie beslist waarover.
- De verdeling van de kosten van de kinderen.
Het gezag over kinderen
Je kunt in het ouderschapsplan ook afspraken maken over wie het gezag over de kinderen heeft. Uitgangspunt in de wet is dat beide ouders het gezag blijven uitoefenen. In de praktijk is dit ook vrijwel altijd het geval. Het is alleen mogelijk om alleen het gezag voort te zetten wanneer je partner zeer ernstig tekort geschoten is in de opvoeding van de kinderen. Een voorbeeld daarvan kan zijn mishandeling of misbruik dat onomstotelijk vast staat.
Kinderalimentatie
Beide ouders moeten voor hun kinderen tot 18 jaar de kosten van verzorging en opvoeding betalen. Voor kinderen van 18, 19 en 20 jaar moeten de ouders de kosten van levensonderhoud en studie betalen. Ook kun je een onderhoudsbijdrage bepalen voor kinderen van 21 jaar of ouder. Over de hoogte van de alimentatie kun je met je partner afspraken maken. Daarnaast zijn er tabellen ontwikkeld die als richtlijn kunnen dienen. De kinderalimentatie wordt jaarlijks geïndexeerd met een vast percentage. Op internet en in kranten is jaarlijks in december te vinden wat het verhogingspercentage is voor het volgende jaar.
Partneralimentatie
Als je na de scheiding niet in staat bent om (gedeeltelijk) in je eigen levensonderhoud te voorzien, dan kun je aanspraak maken op alimentatie voor jezelf. Hierbij speelt zowel de behoefte van jou, als de draagkracht van de andere partner een rol. Ook hierover kun je zelf afspraken maken met je partner. De betalingsverplichting duurt in principe 12 jaar. Je kunt ook een kortere termijn overeenkomen. De betalingsverplichting eindigt dan als de afgesproken termijn voorbij is. Ben je korter dan 5 jaar getrouwd en zijn er geen kinderen, dan kan de alimentatieplicht volgens de wet niet langer duren dan het huwelijk heeft geduurd. Wanneer je hertrouwt, of gaat samenwonen alsof er sprake zou zijn van een huwelijk, dan vervalt het recht op partneralimentatie. Tijdens de mediation kun je daar ook andere afspraken over maken.
Boedelscheiding
Bij de scheiding moet alles wat je hebt (de boedel) worden verdeeld. Tot de boedel behoren bijvoorbeeld de huisraad en de auto. Hadden jullie een eigen huis, dan wordt de waarde van het huis verdeeld. Blijf jij of je partner in het huis wonen, dan zal in beginsel de andere partner uitgekocht moeten worden.
Als je in gemeenschap van goederen bent getrouwd, krijgt elke partner in principe de helft. Ben je op huwelijkse voorwaarden getrouwd, dan wordt de boedel verdeeld zoals jullie dat indertijd bij de notaris in de huwelijkse voorwaarden hebben laten vastleggen.
Huur echtelijke woning
Als jullie in een huurhuis woonden, kun je samen afspreken wie er na de scheiding in het huis blijft wonen. Volgens de wet is de partner die niet de hoofdhuurder is altijd medehuurder. Blijf je als medehuurder in het huis, dan wordt je automatisch hoofdhuurder.
Pensioen
Bij een scheiding is er meestal sprake van ouderdomspensioen dat door één of beide partners tijdens het huwelijk is opgebouwd. Naast de aanspraak op ouderdomspensioen is er in veel pensioenregelingen ook een aanspraak op nabestaandenpensioen. Je hebt in principe recht op de helft van het ouderdomspensioen dat tijdens het huwelijk is opgebouwd. Het maakt daarbij niet uit of je getrouwd bent in gemeenschap van goederen of dat jullie huwelijkse voorwaarden hebben laten opmaken.